Over ons
De Wake voor vluchtelingen is een initiatief van Stek, stichting voor stad en kerk, de Protestantse Kerk Den Haag en de Protestantse Diaconie Den Haag.
Deze organisaties zetten zich al vele jaren in voor vluchtelingen, bijvoorbeeld met projecten als noodopvang en ondersteuning en advies via Den Haag Wereldhuis. Deze betrokkenheid kreeg een nieuwe dimensie door het kerkasiel voor het gezin Tamrazyan. Ruim 3 maanden boden we hen kerkasiel. En omdat we reden hadden te vrezen voor een inval in de kerk, als we stopten met zingen en bidden, gingen we door met zingen en bidden. We gingen door met zingen en bidden omdat we elkaars stemmen en voorbeden nodig hadden, omdat we Gods hulp nodig hadden. We gingen door met zingen en bidden omdat er steeds meer mensen kwamen die zich aangesproken voelden, geraakt werden en die wilden helpen om ons bidden en zingen zonder onderbreking door te laten gaan. Dankzij dat onophoudelijke gebed hielden we het vol, onafgebroken. Non-stop, meer dan 3 maanden lang.
Over het Kinderpardon ging het en de manier waarop die regeling werd geïnterpreteerd. Kort gezegd namelijk zo dat je aanvraag werd afgewezen, omdat je een aanvraag had ingediend, omdat je zo niet had meegewerkt aan je eigen uitzetting. Dat meewerkcriterium kwam te vervallen, er zou met coulance worden geoordeeld over de honderden aanvragen die er lagen, waaronder die van de familie Tamrazyan. En ja, het Kinderpardon zou na de behandeling van al die aanvragen ook worden afgesloten. En meer kostbare zaken werden in de coalitieonderhandelingen geofferd om dit compromis te bereiken.
Nu een paar later later lopen er nog steeds rechtszaken van gezinnen die een beroep hebben gedaan op het Kinderpardon. Beroepen die werden afgewezen en waartegen in beroep werd gegaan. En opnieuw lezen we in de krant hoe de coulance verdwenen is, hoe de regelingen worden geïnterpreteerd en toegepast. Ditmaal gaat het om het in beeld-criterium: gezinnen moeten in beeld zijn geweest van het Rijk. En we zien hoe gezinnen wonen en leven, hoe kinderen naar school gaan, hoe burgermeesters weten van hun bestaan, hoe Centra voor Jeugd en Gezin betrokken zijn bij hulp, hoe ze wonen in huizen die worden gefinancierd door overheden en hoe er dan desondanks toch kan worden gezegd dat een gezin niet in beeld was van het Rijk.
Na het kerkasiel zeiden we tegen elkaar dat we na al dit waken niet in slaap moesten sukkelen als kerk. Zoals God oog heeft voor de meest kwetsbaren, zo moeten wij als kerken dat ook hebben. Zoals God niet sluimert, zo moeten wij dat evenmin doen. We moeten wakker blijven, alert, waakzaam. Omdat dat ook oefening vergt besloten we te gaan waken, elk jaar 24 uur non stop. Als herinnering aan ons kerkasiel, als herinnering aan de waakzaamheid die ons de ogen opende, als herinnering aan God die als wachter niet sluimert of slaapt maar de meest kwetsbare mensen altijd in beeld heeft en zich erdoor laat bewogen worden, zich erdoor laat veranderen.