Kinderpardon
Staatssecretaris Broekers-Knol van Justitie en Veiligheid maakte in februari bekend dat ruim de helft van de kinderen die een aanvraag deden voor de Afsluitingsregeling van het Kinderpardon een verblijfsvergunning heeft gekregen. Martin Vegter van Defence for Children is blij voor deze kinderen, maar teleurgesteld over het feit dat ruim 500 kinderen geen vergunning hebben gekregen. “Voor hen geldt ook dat zij al vele jaren in Nederland een leven hebben opgebouwd. Zij worden in hun ontwikkeling geschaad wanneer ze na zo’n lange tijd nog worden uitgezet. Wij zullen zoveel mogelijk van deze kinderen ondersteunen in hun bezwaarprocedure en ervoor pleiten dat de staatssecretaris de belangen van die kinderen centraal stelt wanneer zij nogmaals naar een zaak kijkt.” De kinderen werden om verschillende redenen afgewezen, bijvoorbeeld omdat hun ouders in het verleden geen asielaanvraag hebben gedaan, maar een andere procedure hebben gevoerd. Andere kinderen krijgen geen verblijfsvergunning omdat hun ouders gedurende een periode niet onder het toezicht van het rijk stonden, maar bijvoorbeeld in een gemeente in beeld waren omdat ze daar opvang kregen. Vegter: “De redenen waarom kinderen worden afgewezen, gaan allemaal over dingen die hun ouders in het verleden hebben gedaan of juist hebben nagelaten. De kinderen waar het hier om gaat hebben part noch deel gehad in die beslissingen, maar zijn hier nu wel de dupe van. Zij mogen van de staatssecretaris niet in Nederland blijven en dreigen in het geval van uitzetting na zeer lang verblijf in Nederland ernstig in hun ontwikkeling te worden geschaad. Die ontwikkelingsschade is voor een kind dat geen asiel aanvroeg natuurlijk niet anders, net zo min als voor een kind dat een tijdje uit beeld was bij het rijk.”
Er zijn nog kinderen en gezinnen in bezwaar. Defence for Children en andere organisaties roepen de staatssecretaris op om in die procedures de belangen van de kinderen centraal te stellen. “De Afsluitingsregeling kwam er met het doel een probleem op te lossen van vele in Nederland gewortelde kinderen,” zegt Martin Vegter. “Dat is voor een deel gelukt en dat is geweldig nieuws voor die kinderen. Het zou in lijn zijn met de aard en het doel van de Regeling om de belangen van kinderen centraal te stellen en aan meer kinderen die langer dan vijf jaar in Nederland hebben verbleven een verblijfsvergunning toe te kennen.“